Heeft u een interessante onderzoeksvraag? PO.fysiotherapie@han.nl

Neurologie

6 artikelen

Meest recent

Transmurale samenwerking bij een CVA-patiënt.

Het vermoeden bestaat dat er belemmeringen worden ervaren omtrent de transmurale samenwerking door 1e, 2e en 3e lijns fysiotherapeuten bij CVA-patiënten in de regio Nijmegen. Deze
studie richt zich op het verhelderen van de belemmeringen die worden ervaren bij een transmurale samenwerking door fysiotherapeuten in de regio Nijmegen. In deze studie zal de volgende
onderzoeksvraag beantwoord worden: Welke belemmeringen worden er ervaren door 1e, 2e en 3e lijns fysiotherapeuten in de regio Nijmegen in de transmurale samenwerking bij CVA-patiënten?

Methode
Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden zijn er (groeps)interviews gehouden. Alle participanten gegroepeerd per instelling/praktijk, zijn fysiotherapeuten werkzaam met CVA-patiënten. De (groeps)interviews zijn getranscribeerd, gecodeerd, gecategoriseerd en gethematiseerd.

Resultaten
De thema’s die uit de analyse naar voren zijn gekomen, zijn: ‘Samenwerking en overdracht’, ‘Kwaliteitswaarborgingen en organisatie’ en ‘Externe invloed’. De kern van het eerste thema ‘Samenwerking en overdracht’ is dat de meeste fysiotherapeuten nauwelijks tot geen transmurale samenwerking ervaren. Dit heeft onder andere te maken met verschillen binnen de overdrachten, terugkoppeling en bereikbaarheid van de fysiotherapeuten. De kern van het tweede thema ‘Kwaliteitswaarborging en organisatie’ is dat er een stagnatie is van de patiëntendoorstroom, waardoor de zorgkwaliteit omlaag gaat. Daarnaast sluiten behandelingen niet op elkaar aan, door verschillen in visies en de mate van gebruik van richtlijnen. ‘Externe invloeden van de zorg’ is het laatste thema. De invloed van de zorgverzekeraar wordt als grote belemmering voor de transmurale samenwerking ervaren. De tijdsdruk en werkdruk liggen hoog, dit heeft invloed op kwaliteit van de behandelingen van de patiënten en de mate van transmurale samenwerking. Daarentegen is combinatie behandeling een nieuwe ontwikkeling waarin de zorgverzekeraar soepeler wordt en meer kansen ter bevordering van zorg en samenwerking ontstaan.

Conclusie
Momenteel wordt er geen transmurale samenwerking ervaren door de 1e, 2e, en 3e lijns fysiotherapeuten in regio Nijmegen die deelgenomen hebben aan deze studie. De ervaren belemmeringen die transmurale samenwerking tegenhouden, komen grotendeels overeen met de literatuur. Om een optimale transmurale samenwerking te creëren is het van belang dat eenduidigheid wordt gecreëerd en nagestreefd op onder andere het gebied van: communicatie, kwaliteiten van fysiotherapeuten en financiering.

Bron: Jil Dissel, Margriet van Hoek en Babet Rothman. Ervaringen van fysiotherapeuten met de transmurale samenwerking bij een CVA-patiënt in de regio Nijmegen. Verslag van een Praktijkonderzoek in Semester 2 2018/2019 aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in opdracht van Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen, Jenny Joosten en Heleen Pieters.

Lees meer

27-11-2019

>

Dementie heeft geen significante invloed op de effectiviteit van geïsoleerde quadricepskrachttraining bij verpleeghuisbewoners

Achteruitgang in spierkracht en mede daardoor, vermindering van zelfstandigheid zijn veelvoorkomende problemen bij verpleeghuisbewoners. Om de zelfstandigheid te doen vergroten is het van belang dat verpleeghuisbewoners een effectieve behandeling krijgen. Uit eerder onderzoek is gebleken dat geïsoleerde quadricepstraining een goede interventie is om de spierkracht en daarmee de zelfstandigheid van verpleeghuisbewoners toe te laten nemen. Echter is binnen eerder onderzoek nog niet onderzocht wat de invloed van een cognitieve aandoening, zoals dementie, is op het effect van geïsoleerde quadricepstraining. Om hier antwoord op te geven is er een retrospectieve analyse uitgevoerd bij Stichting de Waalboog te Nijmegen. 

Methode 
In dit onderzoek zijn twee groepen samengesteld: een dementerende groep en een somatische groep. De dementerende groep bestond uit 30 deelnemers (6 mannen en 24 vrouwen) en de somatische groep bestond uit 23 deelnemers (7 mannen, 15 vrouwen en 1 onbekend). De behandeling was voor beide groepen dezelfde geïsoleerde quadricepstraining. De gemiddelde behandelduur voor de dementerende groep was 6,13 ± 1,90 weken en voor de somatische groep 6,04 ± 2,89 weken. Van deze twee groepen is de quadricepskracht gemeten aan de hand van de 10 Repeated Maximum. De zelfstandigheid van het opstaan, lopen en gaan zitten is bepaald met het Functioneel MobiliteitsProfiel. 

Resultaten
De vooruitgang van de quadricepskracht is voor zowel de somatische groep (rechterbeen 30,71 ± 22,23N; linkerbeen 23,78 ± 17,98N) als de dementerende groep (rechterbeen 23,14 ± 18,88N; linkerbeen 22,48 ± 19,47N) significant (p<0,001). Het verschil in vooruitgang tussen de groepen was echter niet significant voor zowel het rechterbeen (p=0,186) als het linkerbeen (p=0,214). De scores van het Functioneel MobiliteitsProfiel van de dementerende groep gaan significant vooruit (opstaan p=0,001; lopen p=0,003; gaan zitten p<0,001). Ook zijn de scores van het Functioneel MobiliteitsProfiel van de somatische groep significant toegenomen (opstaan p<0,001; lopen p=0,004; gaan zitten p=0,006)
Het verschil tussen de groepen is echter niet significant gebleken (opstaan p=0,345; lopen p=0,098; gaan zitten p=0,285).

Conclusie 
De resultaten van dit onderzoek ondersteunen de werkwijze van de fysiotherapeuten van Stichting de Waalboog. De dementerende groep laat, evenals de somatische groep, een significante groei in quadricepskracht en FMP-scores zien. Er is geen significant verschil in effectiviteit van quadricepstraining tussen verpleeghuisbewoners met somatische klachten en verpleeghuisbewoners met klachten van dementie gevonden. Wel worden kleine verschillen gevonden die mogelijk duiden op minder effectiviteit van quadricepskrachttraining bij dementerenden. Om dit aan te tonen is echter verder onderzoek nodig.

Relevantie voor praktijk
Voor verpleeghuisbewoners die nog niet genoeg kracht hebben om functioneel te kunnen trainen, is geïsoleerde quadricepstraining een eenvoudige interventie, voor zowel de fysiotherapeut als de bewoner. De gewonnen zelfstandigheid van de bewoners verbetert de werkomstandigheden voor alle betrokkenen maar voornamelijk de levensomstandigheden van de bewoners zelf.
Bron: Sieberts, A., Teunissen, T.M.H. & Van der Heide, M.D. Is er een verschil in effectiviteit van geïsoleerde quadricepskrachttraining tussen verpleeghuisbewoners met somatische klachten en verpleeghuisbewoners met dementie. Januari 2019
Verslag van een Praktijkonderzoek in Semester 1 2018/2019 aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in opdracht van Fysiotherapie Stichting De Waalboog: Specialistisch Zorg- en behandelcentrum Joachim en Anna te Nijmegen, John Branten en Caroline Vollmar
 

Lees meer

05-03-2019

Agenda