Theorie ontwikkeling
3 artikelen
Meest recentProtecollair combineren van proteïnerijke voeding met krachttraining heeft meerwaarde
Uit eerder onderzoek blijkt dat eiwitrijke voeding in combinatie met krachttraining een positief effect heeft op de spierkracht en fysieke prestaties bij ouderen. Dit onderzoek geeft inzicht in deze combinatie en resulteert in een protocol dat toegepast kan worden door de betrokken zorgprofessionals op geriatrische revalidatieafdeling de Zonnebloem van expertisecentrum Madeleine van Pantein, met als doel de spierkracht van de cliënten te vergroten. Het protocol wordt ondersteund door de betrokken stakeholders en past binnen de werkwijze van Pantein.
Methode
Dit onderzoek betreft een literatuuronderzoek en een participatief actieonderzoek (PAO). Het literatuuronderzoek geeft antwoord op de hoofd- en deelvragen door middel van evidentie uit eerdere studies. Het PAO is gericht op het verkrijgen van praktisch inzicht om daarmee de situatie waarin het handelen plaatsvindt te verbeteren, te vernieuwen of te veranderen. Deelnemers en onderzoekers werkten zo veel mogelijk samen aan het onderzoek. Voor het PAO zijn interviews afgenomen bij zorgprofessionals van afdeling de Zonnebloem met als doel te inventariseren wat de huidige en gewenste situatie is. De conclusies van deze twee onderzoeken vormen de basis voor het protocol.
Resultaten
Er zijn 26 studies opgenomen. Uit de geraadpleegde studies blijkt dat verschillende vormen van krachttraining een extra positief effect hebben op de spierkracht en fysieke prestaties bij ouderen wanneer er gebruik gemaakt wordt van eiwitrijke voeding, waarbij aangeraden wordt dat de eiwit inname boven de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van 0,8 g/kg lichaamsgewicht/dag ligt. Het extra toedienen van zowel wei-eiwit, soja-eiwit als melkeiwit heeft gunstige effecten aangetoond op de spierkracht bij ouderen. Uit meerdere studies kwam naar voren dat de extra eiwit zo snel mogelijk na de krachttraining geconsumeerd moet worden om een zo positief mogelijk effect op de spierkracht te realiseren. Er is geen eenduidig bewijs gevonden of de intensiteit van krachttraining verandert wanneer eiwitrijke voeding wordt geconsumeerd. Uit de interviews kwam naar voren dat betrokken cliënten, mantelzorgers en zorgprofessionals zich vaak niet voldoende bewust zijn van de positieve relatie tussen krachttraining en eiwitrijke voeding. Bovendien is de borging en de werkwijze van het protocol erg belangrijk.
Conclusie
Door middel van een literatuurstudie en participatief actieonderzoek is een protocol over de toepassing van proteïnerijke voeding in combinatie met krachttraining opgesteld, dat toegepast kan worden op GRZ-afdeling de Zonnebloem.
Relevantie voor de praktijk
Het gebruik van het protocol over de toepassing van proteïnerijke voeding in combinatie met krachttraining in de praktijk is een garantie voor een effectieve revalidatie.
Bron: Peters E., Schoone M. en van den Moosdijk M. Proteïnerijke voeding in combinatie met krachttraining in de geriatrische revalidatiezorg. Juni 2020. Verslag van een praktijkonderzoek aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in opdracht van het Expertisecentrum Madeleine van Pantein, te Boxmeer, A. van de Sant en E. Melisse.
20-01-2021
Beperkt de angst voor bewegen de variabiliteit in het bewegen?
Een veel voorkomend gevolg van een voorste kruisband reconstructie is dat er angst voor bewegen wordt ontwikkeld. Een ander gevolg van een voorste kruisband reconstructie is dat iemand mogelijk minder gevarieerd gaat bewegen. Variabiliteit wordt gezien als veranderingen in richting van bewegen, spieraanspanningen of amplitude of in gebruik van kracht. Bij een optimale mate van variabiliteit kan iemand adequaat reageren op situaties in het dagelijks leven of sport. Het is van belang om op den duur van een gezonde mate van variabiliteit gebruik te kunnen maken. Het doel van dit onderzoek is om op basis van de beschikbare literatuur de relatie tussen angst voor bewegen en de variabiliteit van bewegen bij mensen na een voorste kruisband reconstructie in kaart te brengen.
Methode
Via de database Pubmed is gezocht naar artikelen vanaf het jaar 2000. Er is gezocht naar artikelen met betrekking tot angst voor bewegen, variabiliteit en voorste kruisband reconstructie. Artikelen zijn geëxcludeerd als zij geen antwoord gaven op de hoofdvraag. Na selecteren van de artikelen zijn de relevante gegevens verzameld. Hierna is de kwaliteitsbeoordeling gedaan met behulp van de STROBE statement – checklist.
Resultaten
De drie geïncludeerde artikelen hebben gebruik gemaakt van een dwarsdoorsnede onderzoek. Er is onderzocht met 30–80 deelnemers met een leeftijd tussen de 13 en 55 jaar. Twee van de drie artikelen hebben gebruik gemaakt van de Tampa Scale of Kinesiophobia-11 om angst voor bewegen te meten. Het andere artikel heeft dit gedaan door middel van een vragenlijst met betrekking tot ‘Return to Sport’. Alle drie de artikelen hebben kinematica en kinetica gemeten met behulp van bewegingsvolgsystemen en force plates. Eén van de drie artikelen had volgens de STROBE statement –checklist een lagere mate van betrouwbaarheid ten opzicht van de andere twee artikelen (15/32 aspecten benoemd). Volgens één artikel is er geen significante relatie tussen angst en variabiliteit, volgens één artikel zijn er meerdere significante positieve en negatieve relaties te vinden en volgens één artikel is er een zwakke relatie te vinden tussen klaar zijn voor ‘Return to Sport’ en variabiliteit.
Conclusie
Uit de literatuur blijkt een zwakke relatie tussen angst voor bewegen en variabiliteit van bewegen. Echter is door weinig zoekresultaten in de literatuur en beperkingen in de onderzoeken uit de geïncludeerde artikelen, vervolgonderzoek nodig om een duidelijke conclusie te stellen.
Relevantie voor de praktijk
Ondanks het ontbreken van uiteindelijke bewijs, lijkt het aannemelijk dat wanneer de angst voor bewegen afneemt de variabiliteit van bewegen toeneemt en het risico tot een recidief voorste kruisband ruptuur afneemt.
Bron: Emperpol D., Stoffels S. en van Wijchen M.J. VKBR Variabiliteit. Een systematische literatuur review. Juni 2020. Verslag van een Praktijkonderzoek in Semester 2 2019/2020 aan de HAN University of Applied Sciences Nijmegen in opdracht van de HAN University of Applied Sciences Nijmegen, Eefje Roelofsen.
18-01-2021