Heeft u een interessante onderzoeksvraag? PO.fysiotherapie@han.nl

Dementie heeft geen significante invloed op de effectiviteit van geïsoleerde quadricepskrachttraining bij verpleeghuisbewoners

Neurologie

Onderzoek door: Alex Sieberts, Tijmen Teunissen en Marin van der Heide

Volledige titel: Is er een verschil in effectiviteit van geïsoleerde quadricepskrachttraining tussen verpleeghuisbewoners met somatische klachten en verpleeghuisbewoners met dementie 05-March-2019

Achteruitgang in spierkracht en mede daardoor, vermindering van zelfstandigheid zijn veelvoorkomende problemen bij verpleeghuisbewoners. Om de zelfstandigheid te doen vergroten is het van belang dat verpleeghuisbewoners een effectieve behandeling krijgen. Uit eerder onderzoek is gebleken dat geïsoleerde quadricepstraining een goede interventie is om de spierkracht en daarmee de zelfstandigheid van verpleeghuisbewoners toe te laten nemen. Echter is binnen eerder onderzoek nog niet onderzocht wat de invloed van een cognitieve aandoening, zoals dementie, is op het effect van geïsoleerde quadricepstraining. Om hier antwoord op te geven is er een retrospectieve analyse uitgevoerd bij Stichting de Waalboog te Nijmegen. 

Methode 
In dit onderzoek zijn twee groepen samengesteld: een dementerende groep en een somatische groep. De dementerende groep bestond uit 30 deelnemers (6 mannen en 24 vrouwen) en de somatische groep bestond uit 23 deelnemers (7 mannen, 15 vrouwen en 1 onbekend). De behandeling was voor beide groepen dezelfde geïsoleerde quadricepstraining. De gemiddelde behandelduur voor de dementerende groep was 6,13 ± 1,90 weken en voor de somatische groep 6,04 ± 2,89 weken. Van deze twee groepen is de quadricepskracht gemeten aan de hand van de 10 Repeated Maximum. De zelfstandigheid van het opstaan, lopen en gaan zitten is bepaald met het Functioneel MobiliteitsProfiel. 

Resultaten
De vooruitgang van de quadricepskracht is voor zowel de somatische groep (rechterbeen 30,71 ± 22,23N; linkerbeen 23,78 ± 17,98N) als de dementerende groep (rechterbeen 23,14 ± 18,88N; linkerbeen 22,48 ± 19,47N) significant (p<0,001). Het verschil in vooruitgang tussen de groepen was echter niet significant voor zowel het rechterbeen (p=0,186) als het linkerbeen (p=0,214). De scores van het Functioneel MobiliteitsProfiel van de dementerende groep gaan significant vooruit (opstaan p=0,001; lopen p=0,003; gaan zitten p<0,001). Ook zijn de scores van het Functioneel MobiliteitsProfiel van de somatische groep significant toegenomen (opstaan p<0,001; lopen p=0,004; gaan zitten p=0,006)
Het verschil tussen de groepen is echter niet significant gebleken (opstaan p=0,345; lopen p=0,098; gaan zitten p=0,285).

Conclusie 
De resultaten van dit onderzoek ondersteunen de werkwijze van de fysiotherapeuten van Stichting de Waalboog. De dementerende groep laat, evenals de somatische groep, een significante groei in quadricepskracht en FMP-scores zien. Er is geen significant verschil in effectiviteit van quadricepstraining tussen verpleeghuisbewoners met somatische klachten en verpleeghuisbewoners met klachten van dementie gevonden. Wel worden kleine verschillen gevonden die mogelijk duiden op minder effectiviteit van quadricepskrachttraining bij dementerenden. Om dit aan te tonen is echter verder onderzoek nodig.

Relevantie voor praktijk
Voor verpleeghuisbewoners die nog niet genoeg kracht hebben om functioneel te kunnen trainen, is geïsoleerde quadricepstraining een eenvoudige interventie, voor zowel de fysiotherapeut als de bewoner. De gewonnen zelfstandigheid van de bewoners verbetert de werkomstandigheden voor alle betrokkenen maar voornamelijk de levensomstandigheden van de bewoners zelf.
Bron: Sieberts, A., Teunissen, T.M.H. & Van der Heide, M.D. Is er een verschil in effectiviteit van geïsoleerde quadricepskrachttraining tussen verpleeghuisbewoners met somatische klachten en verpleeghuisbewoners met dementie. Januari 2019
Verslag van een Praktijkonderzoek in Semester 1 2018/2019 aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in opdracht van Fysiotherapie Stichting De Waalboog: Specialistisch Zorg- en behandelcentrum Joachim en Anna te Nijmegen, John Branten en Caroline Vollmar
 

Deel dit artikel op facebook
Heeft u ook een interessante onderzoeksvraag? deel uw ideeën met ons!

Agenda