Voetbal is een sport met een hoge kans op het ontstaan van blessures. Blessurepreventie is essentieel met het oog op de reductie van hoge medische kosten, voorkomen van het persoonlijk leed voor de geblesseerde speler en verminderde teamprestaties. Introductie: In deze studie werd onderzocht of er een verband is tussen het wel/niet voldoen aan de normwaarde van de Acuut/Chronische ratio (A/C ratio) van de trainingsload en het ontstaan van indirecte blessures. Hierbij werd zowel de interne trainingsload (de persoonlijk ervaren belasting) als de externe trainingsload (de opgelegde fysieke belasting) meegenomen. Daarnaast werd onderzocht of er een relatie is tussen de A/C ratio van de interne trainingsload en de A/C ratio van de externe trainingsload.

Methoden
De interne- en externe trainingsload werd van 31 professionele Nederlandse veldvoetballers uit één team tijdens voetbaltrainingen en -wedstrijden verzameld. De interne trainingsload werd in kaart gebracht aan de hand van de subjectieve belasting en werd gemeten met de rating of perceived exertion. De externe trainingsload werd in kaart gebracht met een draagbaar Global Positioning Systeem. De variabelen van de externe trainingsload waren: de afgelegde afstand, het aantal sprints en de high intensity runs. De gegevens werden omgerekend tot de A/C ratio en vervolgens met elkaar vergeleken. De normwaarde van de A/C ratio tussen de 0,8 en 1,3 zou het risico op het ontstaan van indirecte blessures verkleinen.

Resultaten
Er is geen significant verband gevonden tussen de A/C ratio van de interne- en externe trainingsload en het ontstaan van indirecte blessures. Hierbij werd p < 0,05 gehanteerd. De percentages van overeenstemming tussen het wel voldoen aan de normwaarde van de A/C ratio lagen tegen de 100% aan. Hierdoor was er wel een duidelijke trend naar verband zichtbaar. Het verband tussen de A/C ratio’s van de interne trainingsload en de A/C ratio’s van de externe trainingsload liet wel een significante verband zien. De r-waardes van het verband tussen de interne trainingsload en de externe trainingsload lagen voornamelijk tussen de 0,7 en 1. Dit betekent dat er sprake is van een hoge tot zeer hoge correlatie.

Conclusie
Naar aanleiding van de resultaten is er in deze studie een verband gevonden tussen de A/C ratio van de interne- en externe trainingsload en het ontstaan van indirecte blessures. Ook is er een verband gevonden tussen de A/C ratio’s van de interne trainingsload en de A/C ratio’s van de externe trainingsload. Toekomstig onderzoek is noodzakelijk en dient zich te richten op een grotere steekproef, het effect van directe blessures op de trainingsload en het algemeen welbevinden van de deelnemers.

Relevantie voor de praktijk
Interne- en externe trainingsload kunnen gebruikt worden voor het in kaart brengen van de belasting van trainingen en wedstrijden. Trainers kunnen hiermee met het oog op blessurepreventie de belasting van de trainingen aanpassen op de belastbaarheid van de voetballers.

Bron: T. Smeitink, T en Opdam, GE.  Interne- en externe trainingsload en het risico op indirecte voetbalblessures. Januari 2019
Verslag van een Praktijkonderzoek in Semester 1 2018/2019 aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in opdracht van Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Nick van der Horst