Meetprotocol voor revalidatie na een voorste kruisband reconstructie
Musculoskeletaal
Onderzoek door: Marvin Appelhof, Marco de Kruif, Jesse Mateman en Alicia Zegers
Volledige titel: De ontwikkeling van een meetprotocol voor de revalidatie na een voorste kruisband reconstructie: een literatuur- en kwalitatieve studie. 25-October-2018
Een voorste kruisband reconstructie (VKB–reconstructie) is een vaak voorkomende ingreep, waarbij de gemiddelde revalidatie 9 tot 12 maanden duurt. Gezien de lange duur van de revalidatie is het van belang dat er tussentijds een uitspraak gedaan kan worden over het beloop. Zo kan de behandeling waar nodig, tijdig worden aangepast. Echter, er bestaat nog geen onderbouwd meetprotocol waarbij duidelijk is welke factoren gemeten moeten worden (grondmotorische eigenschappen en psychosociale factoren) en met welke meetinstrumenten dat dient te gebeuren om het revalidatietraject te kunnen voorspellen en evalueren. Om deze reden is er in september 2017 in samenwerking met het Lectoraat Musculoskeletale Revalidatie (MSR), de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) en fysiotherapiepraktijk Bottendaal een concept gemaakt van een meetprotocol dat de voortgang van de revalidatie na een VKB-reconstructie kan voorspellen en evalueren. Dit protocol zal uiteindelijk in gebruik genomen gaan worden in het behandelcentrum (BHC) van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN).
Methode
In een literatuuronderzoek is gezocht naar de psychometrische waarden (betrouwbaarheid, validiteit en responsiviteit) van een selectie meetinstrumenten. De meetinstrumenten zijn onderverdeeld in tien belangrijke factoren die gemeten dienen te worden tijdens de revalidatie. De kwaliteitscriteria voor de psychometrische waarden zijn conform de eisen van het KNGF raamwerk klinimetrie.
In een kwalitatief onderzoek is in semi-gestructureerde interviews gevraagd naar de meningen en ervaringen van experts over welke factoren belangrijk zijn om te meten om de voortgang van de revalidatie te bepalen en welke meetinstrumenten daarvoor gebruikt worden. In samenspraak met het lectoraat MSR zijn interviews afgenomen bij vijf fysiotherapeuten uit het werkveld. De interviews vonden plaats volgens een semi-gestructureerde opbouw.
Resultaten
Uit het literatuuronderzoek is gebleken dat er 19 meetinstrumenten zijn die voldoen aan de criteria op het gebied van betrouwbaarheid, namelijk de PHOSA-ACLR, ACL-RSI, Tampa schaal, K-SES, MHLC-C, IKDC, Lysholm score, Vicon 3D motion analysis, Ganganalyse met video opname, Sit to stand test, Counter Movement Jump, Biodex isokineet, Handheld dynamometer/microfet, Goniometer, NRS, VAS, Hoptesten van Gustavsson, Shuttle run test 20 meter, 30 meter sprint test en de Landing error Scoring System (LESS score). Uit het kwalitatieve onderzoek is gebleken dat pijn, zwelling en mobiliteit (ROM) bij iedere behandelsessie worden gecontroleerd. Factoren die volgens experts belangrijk zijn om te monitoren met behulp van een meetprotocol zijn kracht, kwaliteit van bewegen, psychosociale factoren en cardiorespiratoir uithoudingsvermogen. Experts geven aan graag intensiever te meten in de eerste 16 weken van de behandeling, omdat er snellere vooruitgang wordt verwacht in deze periode. Er zijn negen meetinstrumenten die door experts worden genoemd en in het literatuuronderzoek voorkomen, namelijk de Goniometer, Handheld dynamometer, Hoptesten van Gustavsson, NRS, Ganganalyselijst + video analyse, ACL-RSI, Bulge test, TAMPA schaal, LESS score en Counter Movement Jump test.
Conclusie
Van de 23 onderzochte meetinstrumenten in het literatuuronderzoek zijn er 19 beoordeeld als voldoende betrouwbaar. Uiteindelijk zijn 14 van de 19 meetinstrumenten in het meetprotocol opgenomen. Kracht, kwaliteit van bewegen, psychosociale factoren en cardiorespiratoir uithoudingsvermogen zijn volgens de experts belangrijk om te monitoren. Experts geven aan graag intensiever te meten in de eerste 16 weken van de behandeling, omdat er snellere vooruitgang wordt verwacht in deze periode. Deze uitkomsten zijn in acht genomen bij het ontwikkelen van het meetprotocol.
Vertaling naar de praktijk
Op basis van de bevindingen uit deze studie kan worden gesteld dat de factoren die volgens de literatuur een voorspellende of evaluerende waarde hebben ook door experts als belangrijk genoemd worden. Deze overeenstemming toont aan dat de geselecteerde factoren voor het meetprotocol het revalidatieproces goed in kaart kunnen brengen.
Bron: Appelhof, M., Kruif, M. de, Mateman, J., Zegers, A. De ontwikkeling van een meetprotocol voor de revalidatie na een voorste kruisband reconstructie: een literatuur- en kwalitatieve studie. Verslag van een Praktijkonderzoek in Semester 1 2017/2018 aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in opdracht van Niki Stolwijk, Lectoraat Musculoskeletale Revalidatie, Steven van Moorsel, Hogeschool Arnhem en Nijmegen, Bart Roelofs, fysiotherapiepraktijk Bottendaal te Nijmegen in samenwerking met HAN Behandelcentrum locatie Seneca.