Geen relatie tussen functionele enkelinstabiliteit en angst voor bewegen

In 2013 was het enkeltrauma, met 680.000 enkelblessures per jaar, de op één na meest voorkomende sportblessure in Nederland. Wat het probleem verergert is de hoge mate van recidiverend enkel zwikken. In 20 tot 50% van de gevallen kan hierdoor functionele enkelinstabiliteit ontstaan. Dit kan leiden tot angst voor bewegen waardoor ongewenst aangepast beweeggedrag kan ontstaan. Diverse studies tonen aan dat angst voor bewegen invloed heeft op musculoskeletale aandoeningen. Tot op heden is de relatie tussen functionele enkelinstabiliteit en angst voor bewegen nog niet onderzocht. Het doel van dit onderzoek was om de relatie tussen angst voor bewegen en functionele enkelinstabiliteit in kaart te brengen.

Methode
Er zijn 23 proefpersonen tussen de 18 en 30 jaar met functionele enkelinstabiliteit geïncludeerd (3 mannen en 20 vrouwen). Bij deze proefpersonen werden twee fysieke testen en twee vragenlijsten afgenomen. De functionele enkelinstabiliteit werd gemeten met de Y-balance Test en de verplaatsingssnelheid van het Centre of Pressure op een krachtenplatform. De angst voor bewegen werd in kaart gebracht door de Tampa Schaal voor Kinesiofobie en de Photograph Series of Sport Activities – Inversion Trauma.

Resultaten
In dit onderzoek is geen significante correlatie gevonden tussen angst voor bewegen en functionele enkelinstabiliteit. Score Y-balance test – score Photograph Series of Sport Activities – Inversion Trauma (r = -0,10 p = 0,64), score Y-balance test – score Tampa Schaal voor Kinesiofobie (r = 0,22 p = 0,32), Verplaatsingssnelheid Centre of Pressure – score op Photograph Series of Sport Activities – Inversion Trauma (r = -0,05, p = 0,81) Verplaatsingssnelheid Centre of Pressure – score op Tampa Schaal voor Kinesiofobie (r = -0,24 p = 0,26).

Samenvattend
Uit de resultaten blijkt dat er geen relatie is gevonden tussen functionele enkelinstabiliteit en angst voor bewegen.

Relevantie voor de praktijk
Tijdens het fysiotherapeutisch onderzoek zal dus moeten worden gekeken of angst voor bewegen aanwezig is. Indien dit het geval is, moet deze belemmering voor herstel als behandelbare grootheid mee worden genomen in de fysiotherapeutisch behandeling. Dit leidt uiteindelijk tot een effectieve en efficiënte behandeling, waardoor de behandel- en herstelperiode korter is.

Bron D.G.M. van Diepen, M.A.J. Heijmans, Y. Mater De relatie tussen functionele enkelinstabiliteit en angst voor bewegen.
Verslag van een Praktijkonderzoek in Semester 2 2016/2017 aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in opdracht van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Henk Nieuwenhuijzen.