Geen aandacht voor bewegen in de klinische setting bij patiënten na een hartinfarct
Cardiovasculair
Onderzoek door: Sabine van den Heuvel, Danique van Venrooij, Marijn Weren en Femke Wolfs
Volledige titel: PO Beter uit Bed; klinische fysiotherapie en verpleegkunde protocollen voor myocardinfarct 25-October-2018
Patiënten zijn tijdens een ziekenhuisopname weinig fysiek actief, terwijl dit niet altijd genoodzaakt is. Er komt steeds meer bewijs uit de literatuur dat fysieke activiteit, tijdens de ziekenhuisopname al, belangrijk is voor een optimaal herstel. Onvoldoende aandacht voor fysieke activiteit in ziekenhuisprotocollen kan leiden tot inadequate zorg naar de patiënten toe. Met als gevolg dat de patiënten minder fysiek actief zijn tijdens een ziekenhuisopname. Het is onduidelijk wat er is beschreven over fysieke activiteit in de klinische fysiotherapeutische en verpleegkundige protocollen voor patiënten na een myocardinfarct.
Methode
Er is gebruik gemaakt van een cross-sectioneel design. De fysiotherapie en verpleegkundige protocollen voor myocardinfarct zijn opgevraagd met behulp van de NVZF en de VLF. Hiermee zijn er 61 ziekenhuizen bereikt. De protocollen die zijn verzameld, zijn geanalyseerd op inhoud, methodologische kwaliteit en therapeutische validiteit. Om de inhoud van de protocollen te standaardiseren, is er een gestandaardiseerd data extractie formulier gemaakt. Om de methodologische kwaliteit te meten, is de AGREE-II tool gebruikt en voor de therapeutische validiteit is de Content-Scale gebruikt.
Resultaten
In totaal hebben 23 ziekenhuizen gereageerd, hiervan zijn 18 fysiotherapie en 14 verpleegkunde protocollen geïncludeerd. Uit de inhoud bleek dat er informatie mist met betrekking tot fysieke activiteit. Bijvoorbeeld, doelen met betrekking tot fysieke activiteit zijn beschreven in 1 van de 14 verpleegkunde protocollen en aanbevelingen met betrekking tot fysieke activiteit in 4 van de 18 fysiotherapie en 1 van de 14 verpleegkunde protocollen. De methodologische kwaliteit met behulp van de AGREE-II tool in alle protocollen bleek laag (score was 3 van de 7). Informatie voor wetenschappelijke evidentie en onderbouwing van de therapeutische handelingen hebben laag gescoord. Therapeutische validiteit met behulp van de Content-scale heeft uitgewezen dat geen een protocol werd gescoord met ‘goed’.
Conclusie
De inhoud van de fysiotherapie en verpleegkunde protocollen was incompleet met betrekking tot fysieke activiteit gedurende een ziekenhuisopname voor patiënten met een myocardinfarct. De uitkomsten van de methodologische kwaliteit en therapeutische validiteit waren laag.
Bron: Heuvel, S.A.W.P. van den, Venrooij, D.A.J.M. van, Weren, M. & Wolfs, F. Content, methodological quality and therapeutic validity of physiotherapy and nursing protocols for myocardial infarction concerning physical activity. Verslag van een Praktijkonderzoek in Semester 1 2017/2018 aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in opdracht van Niek Koenders en Thomas Hoogeboom.