Jaarlijks bezoekt circa 23% van de Nederlandse bevolking de fysiotherapeut met functiestoornissen aan het bewegingsapparaat. Mensen met functiestoornissen ervaren vaak (chronische) pijnklachten. Dit is bijvoorbeeld terug te zien bij lage rugklachten, de meest voorkomende klacht binnen de fysiotherapie. Bij deze (chronische) pijnklachten wordt voorlichting veel ingezet als interventie tijdens fysiotherapeutische behandelingen. Door voorlichting te geven wordt de context rondom de klacht duidelijk, wat mogelijk de pijnbeleving van een persoon kan beïnvloeden. Dit effect komt tot stand doordat deze prikkels een verwachting scheppen. Deze verwachting is bepalend voor de pijnbeleving en de intensiteit van de ervaren pijn. Hierbij kan framen van de context met als doel reductie van pijnklachten een waardevolle aanvulling zijn binnen de fysiotherapeutische/para-medische behandeling. In voorgaande onderzoeken is er veel kennis over de relatie tussen cognities en pijnwaarneming verworven. Ondanks deze onderzoeken is er nog geen kennis beschikbaar over de toepasbaarheid in de praktijk.
Dit onderzoek heeft gekeken, in hoeverre framen in de vorm van een verbale voorlichting invloed kan hebben op de pijnbeleving en pijntolerantie van mensen.  Er is gekeken naar het effect van verbale positieve framing ten opzichte van verbale neutrale framing op de pijndrempel en pijntolerantie.

Methode
Zevenenveertig gezonde fysiotherapie studenten tussen de achttien en 25 jaar, waren gerandomiseerd en verdeeld over twee groepen. De positieve interventiegroep bestond uit 23 deelnemers en de neutrale uit 24 deelnemers. Groep 1 ontving een positieve en Groep 2 een neutrale verbale voorlichting.  Voorafgaand aan de interventie werden de maximale handknijpkracht en bloeddruk gemeten. Na afloop van de voorlichting, werden de deelnemers blootgesteld aan ischemische (C-vezel) pijn en kregen de instructie de pijn zolang mogelijk vol te houden. Voor het afknellen van de bloedtoevoer in de voorkeursarm werd de tourniquet methode gebruikt. De pijndrempeltijd, verschillende pijntolerantie tijden en de “Numeric pain Rating Scale” (iedere twintig Seconde) werden afgenomen.

Resultaten
Uit de analyses van de pijntolerantietijden komen geen significante verschillen, zo geeft pijntolerantietijd 1 p=0,882, pijntolerantietijd 2 p= 0,278 en pijntolerantietijd 3 p=0,794. Ook is er geen significant verschil gevonden bij de analyse van de pijndrempel [p= 0,237].
Uit het onderzoek is gebleken dat er geen verschil is tussen positieve framing ten opzichte van verbale neutrale framing op de pijndrempel en pijntolerantie. De groep met de neutrale framing hield het overwegend langer vol dan de groep met de positieve framing.

Relevantie voor de praktijk
Verschillende aspecten hebben ervoor gezorgd dat het onderzoek niet als gepland, uitgevoerd kon worden. Dit heeft mogelijk invloed gehad op de resultaten. Hierbij was de onderzoeksgroep te klein, de voorlichting door ethische redenen neutraal in plaats van negatief en zijn dertien deelnemers vergeten de pijndrempel aan te geven.

Bron: L. Jäger, L.W. Martens, M.M.B.M. Rintjema, Pijnmodulatie bij framing: Kan een positieve voorlichting invloed hebben op de pijntolerantie? Een Randomized Controlled Trial.
Verslag van een Praktijkonderzoek in Semester 2 2016/2017 aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in opdracht van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Nol Bernards