Chronisch zieken
5 artikelen
Meest recentZorg op rolletjes
Introductie
Dit onderzoek is ontstaan vanuit de samenwerking tussen de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en het Zelfregiecentrum Nijmegen (ZRCN). Het onderzoek betreft de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL), dit zijn activiteiten die men doet om te leven, denk hierbij aan eten, aankleden, wassen, enzovoorts. De meesten mensen zullen nauwelijks stilstaan bij de ADL, ze doen deze ‘gewoon’. Echter is dit niet voor iedereen zo ‘gewoon’, sommige mensen hebben ondersteuning nodig bij hun ADL. Dat geldt ook voor een groep rolstoelgebruikers, die hebben ondersteuning nodig van ADL-zorgverleners om hun leven te leiden.
Vraagstelling
Dit onderzoek brengt de perspectieven van rolstoelgebruikers en ADL-zorgverleners bij elkaar door antwoord te geven op de onderzoeksvraag: “Wat zijn de ervaringen en wensen van zelfstandig wonende rolstoelgebruikers en hun ADL-zorgverleners betreffende de invulling van ADL zorg in Nederland?”
Methode
De onderzoeksvraag is beantwoord middels kwalitatieve gegevens die zijn verkregen uit semigestructureerde interviews. Deze interviews zijn uitgevoerd met 13 deelnemers waarvan zeven rolstoelgebruikers en zes ADL-zorgverleners. De gegevens uit deze interviews zijn vervolgens verwerkt middels de methode ‘inductief coderen’, de uitkomsten van het inductief coderen zijn hierna nogmaals verwerkt middels de ‘thick analysis’ methode.
Resultaten en conclusie
De uitkomsten uit het inductief coderen zijn uitvoerig beschreven in de paragraaf ‘uitkomsten’. Uit de thick analysis kwam naar voren dat ‘eigen regie’ het kernbegrip is van de uitkomsten en dat de uitkomsten onderling verbonden zijn middels de sleutelwoorden; bejegening, verwachtingen, flexibiliteit en stabiliteit. De uitkomsten van de thick analysis samen met de wensen tot verbetering van de ADL-zorg zijn de conclusie van dit onderzoek.
Aanbevelingen
Tot slot beschrijft dit artikel negen aanbevelingen voor de praktijk. De eerste aanbeveling betreft de bevordering van eigen regie. Vervolgens worden er drie vervolgonderzoeken aanbevolen, een kwantitatieve toetsing van de uitkomsten van dit onderzoek, een ontwerponderzoek naar een ADL cursus en onderzoek naar vervolgstappen wanneer de zorgvraag toeneemt. De laatste vijf aanbevelingen betreffen beleidsvoering, aan de opdrachtgever de aanbeveling deze aanbevelingen onder de aandacht te brengen. Aan de partijen die verantwoordelijk zijn voor de beleidsvoering de aanbeveling het gesprek aan te gaan en de beleidsvoering te verbeteren. De aanbevelingen qua beleidsvoering betreffen; herindicatie, aansluiting WMO en ADL zorgverlening, creatie vangnet, PGB administratie en woningen.
Bron foto: Aalders, S., Bloemen, P., Both, L.M., Zevenbergen, L.A. (2022). Zorg op Rolletjes [afbeelding]. Eigen werk.
L. Both, L. Zevenbergen, P. Bloemen, S. Aalders. (2022). Zorg op rolletjes.
“Eindrapport van een praktijkgericht onderzoek in Semester 2 van 2021/2022 aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, opleiding Ergotherapie. In opdracht van Jan Troost namens Zelfregiecentrum Nijmegen.”
Het volledige eindrapport is te vinden op HBO-Kennisbank: Zorg op rolletjes
25-03-2023
Uitstroom! Een volgende stap, hoe doen we dat?
Introductie
Het NAH-centrum is een expertisecentrum in Nijmegen waar mensen terecht kunnen die hersenletsel hebben opgelopen. Momenteel komen er rond de tachtig cliënten op het NAH-centrum. Cliënten en professionals zoeken met elkaar naar een nieuwe daginvulling voor deze cliënten. De professionals van het NAH-centrum, bestaande uit acht professionals, bieden verschillende programma’s en modules aan die de cliënten hierbij kunnen ondersteunen. De cliënten worden niet op een adequate manier begeleid richting hun uitstroom, doordat de professionals van het NAH-centrum onvoldoende inzicht hebben in hoe zij deze begeleiding moeten vormgeven. De professionals hadden daarom de behoefte aan ontwerpcriteria die hen in deze begeleiding zouden kunnen ondersteunen. Het onderzoek is van belang, omdat de professionals hierdoor passende ontwerpcriteria krijgen om cliënten op een adequate manier te begeleiden richting hun uitstroom.
Doel / vraagstelling
Het doel van dit onderzoek is om de perspectieven van de cliënten van het NAH-centrum, de professionals van het NAH-centrum en andere betrokken stakeholders ten aanzien van de uitstroom van cliënten en de begeleiding hierin in kaart gebracht te hebben, zodat er passende ontwerpcriteria ontworpen kunnen worden voor een adequate manier van begeleiding richting uitstroom. De onderzoeksvraag luidt als volgt: Wat zijn volgens de cliënten van het NAH-centrum, de professionals en andere betrokken stakeholders passende ontwerpcriteria voor een adequate manier van begeleiding van de cliënten richting uitstroom?
Methode
Het onderzoek is uitgevoerd door middel van ontwerponderzoek waarbij er kwalitatieve gegevens zijn verzameld. Hierbij zijn interviews afgenomen bij de cliënten, de persoonlijk begeleiders (PB’ers), de activiteitenbegeleiders, de manager, de coördinator van het NAH-centrum en de trajectcoaches. Deze interviews zijn semi-gestructureerd opgesteld aan de hand van een interviewguide. De interviews met de cliënten hebben fysiek op het NAH-centrum plaatsgevonden, de overige interviews vonden online via Microsoft Teams plaats. Daarnaast zijn er vragenlijsten uitgezet onder de externe professionals van het NAH-centrum, namelijk de gemeente Nijmegen, de sociaal wijkteams, de ambulant begeleiders, de GZ-psycholoog en de gedragswetenschapper. Deze vragenlijsten zijn online vormgegeven en bevatten open vragen. De data uit de interviews en de vragenlijsten zijn allen middels ‘thematic analysis’ geanalyseerd. Hierbij zijn de transcripten gecodeerd, gecategoriseerd en gethematiseerd. Vervolgens zijn deze thema’s met elkaar vergeleken om een conclusie te kunnen trekken. Tevens is er data verzameld middels gesprekken die gevoerd zijn met de opdrachtgever en het team van het NAH-centrum.
Resultaten
Uit de interviews en de vragenlijsten is naar voren gekomen dat zowel de cliënten als de externe professionals onderling dezelfde visie delen gericht op uitstroom. Cliënten gaven hierbij aan uitstroom belangrijk te vinden. Tegelijkertijd gaven zij ook aan graag op het NAH-centrum te willen blijven. Bij de professionals van het NAH-centrum lopen de persoonlijke visies op uitstroom onderling uiteen. Cliënten gaven aan behoefte te hebben aan meer gesprekken over uitstroom, waarbij ze verwachten dat de begeleiding hier het gesprek over start. De professionals leggen deze regie echter bij de cliënt neer. Professionals gaven hierbij aan dat zij geen vaste werkwijze hebben richting uitstroom en dat dit op intuïtie gebeurt. Zowel de cliënten als de professionals zien beide meerwaarde in het betrekken van het cliëntsysteem bij de begeleiding richting uitstroom. Cliënten gaven echter aan dat hun systeem momenteel te weinig wordt betrokken bij hun uitstroomtraject. De professionals gaven tegelijkertijd aan dat zij deze mate van betrokkenheid afstemmen op de wensen en behoeften van de cliënt. De cliënten en professionals van het NAH-centrum hebben aangegeven dat ze meer zicht willen hebben op de uitstroommogelijkheden. De meeste externe professionals hebben aangegeven geen behoefte te hebben aan extra betrokkenheid, behalve de trajectcoaches. Zij zouden graag meer zicht willen hebben op het traject dat een cliënt op het NAH-centrum doorloopt.
Conclusie
De aspirant-onderzoekers concluderen dat de verwachtingen tussen de cliënten en professionals in het bespreekbaar maken van uitstroom uiteenlopen, evenals hun visies op uitstroom. Tevens wordt het systeem van de cliënt te weinig betrokken in deze begeleiding. Tot slot maken de professionals van het NAH-centrum en de trajectcoaches onvoldoende gebruik van elkaars expertise. Bovenstaande punten maken dat er op het NAH-centrum een eenduidige werkwijze richting uitstroom ontbreekt. Om een eenduidige werkwijze te creëren kunnen de opgestelde ontwerpcriteria als hulpmiddel dienen.
Aanbevelingen
Samen met de professionals van het NAH-centrum hebben de aspirant-onderzoekers, op basis van de resultaten, de volgende aanbevelingen ontwikkeld die als ontwerpcriteria kunnen dienen voor een adequate manier van begeleiding van cliënten richting hun uitstroom:
- Bij de start van een cliënt op het NAH-centrum uitstroom bespreekbaar maken middels een gevisualiseerde tijdlijn van een traject dat een cliënt op het NAH-centrum doorloopt.
- Vervolgonderzoek uitvoeren om persona als hulpmiddel in te zetten voor een eenduidige manier van begeleiding van cliënten in hun (uitstroom)traject.
- Netwerkkaart en open dagen inzetten om het cliëntsysteem te betrekken bij het (uitstroom)traject en om inzicht te krijgen in de wensen en behoeften van het systeem.
- Presentaties door trajectcoaches en een markt organiseren door externe organisaties om hun kennis over uitstroom(mogelijkheden) te delen.
- Specifieke rapportages gericht op uitstroomdoelen, zodat zowel de trajectcoaches als de professionals van het NAH-centrum meer zicht krijgen op het traject dat een cliënt doorloopt richting uitstroom.
S. Hoogerbrugge, L. van Hout, J. Moolenaar, T. Wieggerinck. (2021). Uitstroom! Een volgende stap, hoe doen we dat?
“Eindrapport van een praktijkgericht onderzoek in Semester 2 van 2020/2021 aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, opleiding Ergotherapie. In opdracht van H. Schippers, NAH-centrum Pluryn Nijmegen.”
Het volledige eindrapport is te vinden op HBO-Kennisbank: https://hbo-kennisbank.nl/details/sharekit_han:oai:surfsharekit.nl:f813f032-c254-4252-a113-6e28c4b47352?has-link=yes&q=Wieggerinck&c=0
25-03-2023