Heeft u een interessante onderzoeksvraag? POZ.ergotherapie@han.nl

Ergotherapie voor cliënten na een cerebro vasculair accident

Ontwikkeling van instrument / interventie

Onderzoek door: Nienke Baarslag en Laurie Barents. Samengevat door: redactie Jessie Stroek

Volledige titel: Ergotherapie voor cliënten na een cerebro vasculair accident bij Yayasan Peduli Kemanusiaan Bali 30-January-2018

Inleiding: Cerebrovasculair accident (CVA) is de meest voorkomende aandoening in Indonesië. Naar verwachting zal het aantal cliënten met een CVA in Indonesië nog verder stijgen. Er is een groot verschil tussen de paramedische behandeling van cliënten na een CVA in Nederland en in Indonesië. Waar een cliënt in Nederland een multidisciplinaire behandeling krijgt waarbij verschillende paramedici betrokken zijn, krijgt een cliënt in Indonesië alleen fysiotherapie. Er zijn dan ook weinig diëtisten, ergotherapeuten en logopedisten in Indonesië volgens Yayasan Peduli Kemanusiaan (YPK). Om de paramedische behandeling van cliënten na een CVA in Indonesië te ontwikkelen is een project gestart bij het revalidatiecentrum YPK in samenwerking met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Het projectteam, bestaande uit twee ergotherapeuten in opleiding, was bekend met de ontwikkelde revalidatiezorg op het gebied van ergotherapie in Nederland vanuit de opleiding en had ervaring in de praktijk opgedaan gedurende de werkplekperiodes. Gedurende het project is er samengewerkt met drie studenten van logopedie en voeding & diëtetiek, die de minoren Internationalization en International sustainable development cooperation volgden. Het doel was om het  behandelteam van YPK te adviseren hoe zij een meer multidisciplinaire behandeling kunnen geven aan de cliënten na een CVA.

 

Vraagstelling: De onderzoeksvraag voor het projectteam ergotherapie luidde: “Hoe kan het behandelteam van YPK op een procesmatige wijze en in samenwerking met het projectteam een meer multidisciplinaire behandeling aan cliënten na een CVA geven doordat ze meer kennis en vaardigheden krijgen over ergotherapie om deze te integreren binnen de huidige behandeling?”

 

Methode: Om hier antwoord op te kunnen geven is Participatory Action Research (PAR) uitgevoerd, waarin is samengewerkt met onder andere het behandelteam van YPK, de cliënten na een CVA, de assistent van de opdrachtgever en de minorstudenten. De cyclus van PAR bestaat uit zes stappen:, oriënteren, richten, plannen, verzamelen, analyseren en concluderen, en rapporteren en presenteren. Deze cyclus is in totaal acht keer doorlopen. Hierbij waren twee deelnemersgroepen betrokken, het behandelteam van YPK en de cliënten. 

 

Resultaten: In de eerste twee cycli is het praktijkprobleem in kaart gebracht door middel van literatuuronderzoek en participerende observaties. Hieruit kwam de bovengenoemde onderzoeksvraag. De derde cyclus bestond uit een bijeenkomst met het behandelteam, waaruit bleek dat hun kennis over ergotherapie niet compleet was. Vervolgens is een eerste lijst met activiteiten naar voren gekomen, die lastig zouden zijn voor de cliënten na een CVA. Uit de vierde cyclus, de interviews met de cliënten, is hier verder op ingegaan. Hier kwam uit dat cliënten na een CVA verschillende dagelijkse activiteiten moeilijk vinden om uit te voeren in de thuissituatie. Hierbij was opvallend dat de zelfzorgactiviteiten (wassen, aankleden en de toiletgang) het meest werden genoemd. De cliënten vonden het lastig aan te geven waarom deze activiteiten moeilijk zijn, vaak werd een reden gegeven als “zwakte in de aangedane zijde”. Uit de vijfde cyclus, de foto’s van de huizen van cliënten en de observatie van een cliënt, bleek dat de omgeving van de cliënten en de activiteiten niet aansloten op de mogelijkheden en beperkingen van de cliënten. Tijdens een brainstorm met de minorstudenten en een aanvullend gesprek tussen de projectleden zijn vervolgens een aantal belangrijke ergotherapeutische aspecten naar voren gekomen. De volgende aspecten bleken belangrijk te zijn: activiteiten blijven doen in de thuissituatie, communicatie met de mantelzorger, hulpmiddelen, PEO (Person, Environment en Occupation)-model, taakgericht behandelen, technieken bij eenhandig aankleden en zithouding tijdens het eten/drinken. Uit de literatuurstudie (de zesde cyclus) is een overzicht naar voren gekomen van wat er over deze aspecten wordt beschreven in de Nederlandse Ergotherapierichtlijn CVA en andere literatuur en wat hierin toepasbaar is binnen het project. Daarnaast kwam uit de literatuurstudie en een gesprek met de opdrachtgever dat de informatie het beste aan het behandelteam van YPK overgebracht kon worden door middel van interactieve workshops en een brochure. De zevende en achtste cycli bestonden uit het geven van twee workshops en het opstellen van de brochure. De tweede workshop bestond uit een evaluatie, die liet zien dat het behandelteam de kennis en vaardigheden vanuit de eerste workshop zelf kan toepassen.

 

Conclusie: Door het volgen van interactieve workshops en gebruik te maken van een brochure kan het behandelteam van YPK een meer multidisciplinaire behandeling geven. Hierbij doet het behandelteam op praktische wijze kennis op over de ergotherapeutische aspecten binnen de zelfzorg van cliënten en hebben een brochure ter ondersteuning en houvast. Op deze manier kunnen de ergotherapeutische aspecten geïntegreerd worden in de huidige behandeling. Het project heeft laten zien dat het mogelijk is om de paramedische behandeling binnen de revalidatie verder te ontwikkelen door de kennis en vaardigheden van het behandelteam van YPK te vergroten. Daarnaast stelt de brochure de cliënten en hun omgeving in staat om zelf invloed te hebben op hun revalidatieproces.

 

Aanbevelingen voor praktijk in Bali: De aanbevelingen zijn opgesteld voor de opdrachtgever voor het vervolg van het verbeteren van het handelen van het behandelteam van YPK. Het is aanbevolen om fysiotherapeuten van de revalidatieafdeling ook huisbezoeken te laten doen. Daarnaast is het aan te bevelen dat het behandelteam de gemaakte brochures bespreekt met de cliënten. Verder zouden in het vervolg verschillende aspecten nog meer onderzocht kunnen worden. Zo is het aan te bevelen meer onderzoek te laten doen door studenten van verschillende paramedische beroepen. Deze onderzoeken zouden zich kunnen richten op het verder implementeren en evalueren van de geleerde methoden, hoe het behandelteam arm-handfunctietraining kan geven, hoe het cognitieve aspect mee kan worden genomen tijdens de behandeling en naar de fysiotherapiebehandeling. Tot slot is het aan te bevelen de kennis die is verzameld te delen met soortgelijke organisaties in de buurt.

 

Bron: Eindrapport van een praktijkgericht onderzoek in Semester 2 2016/2017 aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, opleiding Ergotherapie. In opdracht van Yayasan Peduli Kemanusiaan, Parnawan Budisetia op Bali, Indonesië.
Bali Humanity Care Foundatioin. (z.d). Yayasan Peduli Kemanusiaan (YPK) – Bali Humanity Care Foundation. Geraadpleegd op 30 januari 2018, van http://www.kerja-ngo.com/2017/10/yayasan-peduli-kemanusiaan-membutuhkan.html

Deel dit artikel op facebook
Heeft u ook een interessante onderzoeksvraag? deel uw ideeën met ons!

Agenda