Heeft u een interessante onderzoeksvraag? POZ.ergotherapie@han.nl

‘Thuissituatie in Beeld’ (TiB-3)

Evaluatie van instrument / interventie

Onderzoek door: Willemijn Litjes, Jill Mestrom, Anouk Pijpers en Tanja Smits. Samengevat door: redactie Jessie Stroek

Volledige titel: ‘Thuissituatie in Beeld’ (TiB-3) Doorontwikkeling van een screeningstool 30-January-2018

Introductie: Door een steeds korter wordende klinische revalidatieduur, dienen ergotherapeuten in Maartenshof de revalidanten in een kortere tijd te behandelen. Eén van de taken als ergotherapeut is om de thuissituatie van revalidanten in kaart te brengen. Door de kortere revalidatieduur in Maartenshof is er niet altijd tijd om bij iedere revalidant een huisbezoek af te leggen. Zorggroep Groningen had daarom de vraag of de thuissituatie van de revalidant op een tijdsefficiëntere wijze in kaart kan worden gebracht. In het eerste vooronderzoek is gekeken of de in het Nederlands vertaalde ‘Home and Community Environment’ (HACE) een optie was. Dit meetinstrument is echter niet face- en content-valide bevonden voor de Nederlandse context. Op basis hiervan is de ‘Thuissituatie in Beeld’ (TiB) ontwikkeld. De TiB bleek echter te lang en niet op methodische wijze te zijn ontwikkeld. In het tweede vooronderzoek is de TiB doorontwikkeld tot de TiB-2. Geconcludeerd werd dat er wel sprake is van face-validiteit bij revalidanten, echter niet bij ergotherapeuten.

 

Vraagstelling: Naar aanleiding van deze onderzoeken is de volgende vraag ontstaan voor het huidige onderzoek: ‘Ontwikkel een nieuwe versie van de TiB-2 (TiB-3) die vrij is van informatiebias en ecologisch valide is voor revalidanten boven de 65 jaar met mobiliteitsproblemen in de zorgpaden amputatie en electieve orthopedie.’

 

Methode: Het praktijkgericht onderzoek is opgebouwd aan de hand van een kwalitatief en een kwantitatief onderzoek. Het kwalitatieve onderzoek diende eerst afgerond te zijn voordat het kwantitatieve onderzoek gestart werd. In het kwalitatieve onderzoek is de informatiebias zo volledig mogelijk uit de TiB-2 gehaald. Dit is gedaan via drie stappen: de (ergotherapeutische) kennis van de aspirant-onderzoekers, literatuuronderzoek en een Pilot Study. Na het afronden van deze stappen is de TiB-3 ontwikkeld. In het kwantitatieve onderzoek is de TiB-3 onderzocht op ecologische validiteit door een steekproef. De deelnemers in de steekproef zijn revalidanten boven de 65 jaar uit de zorgpaden amputatie en electieve orthopedie in Maartenshof. Zij dienden de TiB-3 zelfstandig en alleen in te vullen. Om de ecologische validiteit van de TiB-3 te onderzoeken dienen de contactpersonen van de deelnemers beeldmateriaal van de thuissituatie te maken. Op basis daarvan zijn door de aspirant-onderzoekers TiB-3’s ingevuld. Deze TiB-3’s zijn naast de TiB-3’s van de deelnemers gelegd. Indien er geen overeenkomst is tussen beide antwoorden is de waarde ‘0’ toegekend. Indien er wel een overeenkomst is, is de waarde ‘1’ toegekend. Deze waardes zijn in tabellen gezet en Excel heeft deze waardes omgezet in percentages van ecologische validiteit. De TiB-3 wordt ecologisch valide bevonden wanneer de vooraf opgestelde grenswaarde van 80% is behaald.

 

Resultaten: In het kwalitatieve onderzoek is er informatiebias in de vragen van de TiB-2 ontdekt. De TiB-2 is aangepast en de TiB-3 ontwikkeld. De steekproef in het kwantitatieve onderzoek is uitgevoerd onder acht deelnemers (N=8). De gemiddelde ecologische validiteit van de TiB-3 is 63%. Met dit percentage is de grenswaarde van 80% niet behaald. Per vraag liet de ecologische validiteit een spreiding zien van 25% tot 100%.

 

Conclusie: De TiB-3 is bij geriatrische revalidanten in Maartenshof uit de zorgpaden amputatie en electieve orthopedie, niet ecologisch valide bevonden. Daarnaast blijkt dat de TiB-3 niet volledig vrij is van informatiebias.

 

Aanbevelingen voor de praktijk: De aspirant-onderzoekers adviseren om eerst de TiB-3 te herschrijven en vervolgens opnieuw de ecologische validiteit te onderzoeken. Hierbij wordt aanbevolen om personen met ergotherapeutische kennis het beeldmateriaal te laten maken of de huisbezoeken af te laten leggen. Beeldmateriaal gemaakt door een persoon met ergotherapeutische kennis bevat duidelijk meer informatie over de thuissituatie.

 

Bron: Eindrapport van een praktijkgericht onderzoek in Semester 2 2016/2017 aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, opleiding Ergotherapie. In opdracht van Zorggroep Groningen, P. Hendrikx
4Veld (z.d.). Psychiatrische Zorg in de Thuissituatie (PZT). Geraadpleegd op 30 januari 2018, van https://sites.google.com/a/beschutwonenbeernem.be/website/pzt

 

Deel dit artikel op facebook
Heeft u ook een interessante onderzoeksvraag? deel uw ideeën met ons!

Agenda