Heeft u een interessante onderzoeksvraag? PO.fysiotherapie@han.nl

Ouderen

5 artikelen

Meest recent

Protecollair combineren van proteïnerijke voeding met krachttraining heeft meerwaarde

Uit eerder onderzoek blijkt dat eiwitrijke voeding in combinatie met krachttraining een positief effect heeft op de spierkracht en fysieke prestaties bij ouderen. Dit onderzoek geeft inzicht in deze combinatie en resulteert in een protocol dat toegepast kan worden door de betrokken zorgprofessionals op geriatrische revalidatieafdeling de Zonnebloem van expertisecentrum Madeleine van Pantein, met als doel de spierkracht van de cliënten te vergroten. Het protocol wordt ondersteund door de betrokken stakeholders en past binnen de werkwijze van Pantein.

Methode 
Dit onderzoek betreft een literatuuronderzoek en een participatief actieonderzoek (PAO). Het literatuuronderzoek geeft antwoord op de hoofd- en deelvragen door middel van evidentie uit eerdere studies. Het PAO is gericht op het verkrijgen van praktisch inzicht om daarmee de situatie waarin het handelen plaatsvindt te verbeteren, te vernieuwen of te veranderen. Deelnemers en onderzoekers werkten zo veel mogelijk samen aan het onderzoek. Voor het PAO zijn interviews afgenomen bij zorgprofessionals van afdeling de Zonnebloem met als doel te inventariseren wat de huidige en gewenste situatie is. De conclusies van deze twee onderzoeken vormen de basis voor het protocol.

Resultaten
Er zijn 26 studies opgenomen. Uit de geraadpleegde studies blijkt dat verschillende vormen van krachttraining een extra positief effect hebben op de spierkracht en fysieke prestaties bij ouderen wanneer er gebruik gemaakt wordt van eiwitrijke voeding, waarbij aangeraden wordt dat de eiwit inname boven de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van 0,8 g/kg lichaamsgewicht/dag ligt. Het extra toedienen van zowel wei-eiwit, soja-eiwit als melkeiwit heeft gunstige effecten aangetoond op de spierkracht bij ouderen. Uit meerdere studies kwam naar voren dat de extra eiwit zo snel mogelijk na de krachttraining geconsumeerd moet worden om een zo positief mogelijk effect op de spierkracht te realiseren. Er is geen eenduidig bewijs gevonden of de intensiteit van krachttraining verandert wanneer eiwitrijke voeding wordt geconsumeerd. Uit de interviews kwam naar voren dat betrokken cliënten, mantelzorgers en zorgprofessionals zich vaak niet voldoende bewust zijn van de positieve relatie tussen krachttraining en eiwitrijke voeding. Bovendien is de borging en de werkwijze van het protocol erg belangrijk.

Conclusie
Door middel van een literatuurstudie en participatief actieonderzoek is een protocol over de toepassing van proteïnerijke voeding in combinatie met krachttraining opgesteld, dat toegepast kan worden op GRZ-afdeling de Zonnebloem. 

Relevantie voor de praktijk
Het gebruik van het protocol over de toepassing van proteïnerijke voeding in combinatie met krachttraining in de praktijk is een garantie voor een effectieve revalidatie.

Bron: Peters E.,  Schoone M. en van den Moosdijk M.  Proteïnerijke voeding in combinatie met krachttraining in de geriatrische revalidatiezorg. Juni 2020. Verslag van een praktijkonderzoek aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in opdracht van het Expertisecentrum Madeleine van Pantein, te Boxmeer,  A. van de Sant en E. Melisse.

 

 

Lees meer

20-01-2021

>

Nieuwe test om het valrisico bij dementerende ouderen vast te stellen

Valrisico onder ouderen is een toenemend probleem. Ouderen met cognitieve problemen of dementie vallen gemiddeld twee keer zo vaak als ouderen van dezelfde leeftijd zonder deze problematiek. Veel bestaande meetinstrumenten voor het beoordelen van het valrisico zijn slecht toepasbaar voor deze specifieke doelgroep. Dit probleem speelt zich ook af in verzorgingstehuis Pleyade. Zij willen graag één vaste test om het valrisico duidelijk in kaart te kunnen brengen bij ouderen met dementie.

Methode
Naar aanleiding van de systematic review van Dolatabadi et al. (2018) zijn de voorspellers voor vallen in kaart gebracht. Vervolgens zijn deze voorspellers omgezet in een eerste testontwerp. Dit testontwerp werd vervolgens voorgelegd aan een focusgroep, bestaande uit zeven fysiotherapeuten van Pleyade, werkzaam met deze doelgroep. Door deze focusgroep te transcriberen, coderen en thematiseren zijn de belangrijkste punten achterhaald waar het meetinstrument aan moet voldoen. De uitkomst van deze focusgroep zorgde voor een vernieuwd ontwerp van het meetinstrument. Het nieuwe ontwerp werd vervolgens uitgeprobeerd bij zeven ouderen, ingedeeld op Functional Ambulation Categories (FAC score). Na deze uitvoering is er een interview gehouden met de uitvoerend fysiotherapeut. Deze werd op dezelfde manier verwerkt als de focusgroep. Het wederom vernieuwde ontwerp werd nogmaals uitgevoerd. Naar aanleiding van resultaten uit de tweede testronde is er tevens gekeken naar de betrouwbaarheid van de test, door de scores van de junioronderzoekers onderling en t.o.v. de expert te vergelijken.

Resultaten
De belangrijkste punten waar een meetinstrument voor het valrisico bij dementerende ouderen aan moet voldoen, zijn achterhaald uit de focusgroep en het interview. Dit resulteerde in een test met weinig instructies, kort van duur, makkelijk van opzet en makkelijk uitvoerbaar binnen de afdeling. Tijdens de uitvoering bleek de test uitvoerbaar te zijn voor de doelgroep dementerende ouderen. De betrouwbaarheid van het meetinstrument liet een goede tot uitstekende overeenstemming zien tussen de junioronderzoekers onderling (0,760 tot 0,942). In vergelijking met de expertbeoordelaar bleek de betrouwbaarheid van het meetinstrument meer uiteenlopend en gaf dit erg wisselende resultaten (0,444 tot 1,000). Uit deze resultaten bleek tevens dat de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid hoger scoorde bij deelnemers die weinig ondersteuning nodig hebben tijdens het lopen (een hoge FAC score) dan bij deelnemers die veel ondersteuning nodig hebben.  

Discussie
Met deze test is gekeken of voorspellers van vallen in het looppatroon, een aanvulling geven op de vele factoren voor een verhoogd valrisico, die voorkomen bij ouderen met dementie. De ICC van de junioronderzoekers onderling was hoog, maar die van de junioronderzoekers in vergelijking met de expert was wisselend. Ook was de ICC lager bij een lagere FAC score. Deze bevindingen maken dat deze studie klinisch relevant is, aangezien het van groot belang is dat er meer inzicht komt in het valrisico. Hierdoor kunnen er ook meer preventieve maatregelen getroffen worden, waardoor uiteindelijk de zorgkosten dalen. Voorgaande studies gaven zeer wisselende resultaten over valrisicotesten, uitgevoerd bij deze doelgroep. Vervolgonderzoek moet gericht worden op de scores die aan de items toegekend worden en op de validiteit van het meetinstrument bij een grotere groep deelnemers.

Relevantie voor de praktijk
Met de test wordt gekeken of de voorspellers van vallen zijn te herkennen in het looppatroon of in het maken van de transfer ‘gaan staan en gaan zitten’.

Bron: Janneke Boer, Gisette Evers en Femke van Schaik. Valrisico bij dementerende ouderen: een nieuw ontwikkelde test om het valrisico in kaart te brengen. Verslag van een Praktijkonderzoek in Semester 2 2018/2019 aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in opdracht van Pleyade Arnhem, Klaas de Gelder.

Lees meer

04-12-2019

Agenda